Senegal – Marakissa – Lamin Lodge

12 februari 2016 - Serrekunda, Gambia

De temperatuur is weer gezakt naar normale Gambiaanse begrippen, het is ’s nachts fris, ’s-morgens bewolkt en overdag lekker warm, met of zonder zon. Vannacht hebben we bedacht dat 12 februari de 28e dag in Gambia is, de verblijfslimiet. Het scheelt dan maar één dag, maar toch. We wilden toch al een keer naar de vogel lodge in Marakissa, dus konden we het mooi combineren met een tochtje de grens over naar Senegal. Je kunt de verblijfslimiet hier laten verlengen, maar we hoorden dat ze daar pp.2000 Dalasi voor vragen. Voor minder kunnen we er een tocht van maken en zodra je Gambia vanuit Senegal weer binnen komt, mag je weer 28 dagen blijven. Ruud belde Lai voor een taxi en hij zei dat hij er aan kwam. Dat duurde nog best lang en we stonden al een tijdje langs de hoofdweg waar ….tig taxi’s ons een rit aanboden. Een jongeman sprak ons aan en zei dat hij voor 1500 Dalasi wilde rijden maar dat zijn taxi nog gewassen werd. We meldden dat we al op een taxi stonden te wachten, maar hij was erg aanhoudend. Hij liep de weg over, kwam terug en wilde dat we bij iemand anders in de taxi zouden stappen. Dat was zijn taxi maar hij liet een ander rijden, ja, ja, hij was gewoon een taxi ronselaar en we wachtten op Lai. Dat bleek uiteindelijk ruim drie kwartier te zijn, maar hij kwam! Ook met hem moesten we onderhandelen over de prijs, maar hij reed natuurlijk ook voor 1500 Dalasi, we hadden hem dan de hele dag bij ons. In Brikama was het weer erg druk en halverwege een straat stond een man die geld kreeg van Lai. Naar Marakisa was maar een klein stukje en binnen drie kwartier stonden we aan de grens. Een stenen gebouw met enkele mannen onder een afdak. We moesten binnen komen in een lege ruimte en achter een gordijn stond in een klein kamertje een bureau waar de paspoorten afgestempeld werden: uitreisdatum 12 februari. De mannen zijn allemaal gek van Nederland en zeggen dat ze daarheen willen! De asfaltweg hield hier op en door een weg van los zand, reden we tussen compounds door en plots stond er een militair in een gevechtspak, met groot geweer en helm op. Deze militair kreeg ook geld van Lai en ook hij vroeg hoe hij met ons mee kon naar Nederland. De zandweg ging over in een onverharde weg, die redelijk nieuw was, en ergens lagen er autobanden op straat die de grens vormden. We moesten ervoor stoppen en de volgende militair met geweer kwam vragen wat we wilden. We moesten uitstappen en de grens te voet passeren. Rechts naast de weg was een schuttersput met een afdak met een bank er in, Ria liep erheen om te kijken, helemaal fout! Daarnaast waren loopgraven en een stenen, open hutje met een tafel erin waar een militair achter zat. Op banken aan de buitenkant zaten ook wat mannen in T-shirts, waarvan er één uiteindelijk de eindbeslisser was. Ruud knalde met zijn hoofd weer tegen een balk aan onder de golfplaten en we waren ‘binnen’. Overschakelen op Frans was even lastig, het werd een mengelmoes met Engels. We hebben ….tig keer moeten vertellen wat we wilden doen in Senegal en dat het gewoon, zonder doel een bezoek was, vonden ze maar vreemd. Ook hier begonnen ze over het mooie Nederland. De papieren van Lai waren niet naar de zin van de heren. Hij is niet de eigenaar van de auto, zo kwamen we het land niet in. Jammer? Er was in de verre omtrek niets te zien? We kregen weer een inreisstempel op de 12e en zo was de missie toch geslaagd. De Rivercamp lodge van de Nederlander Joop zat vol met vogelkijkers met mega grote camera’s en ze zaten allemaal doodstil naar waterbakken te kijken of er soms een vogel op zou willen komen. In onze tuin zien we er ‘s avonds veel meer vlak voor onze neus. Er sprong wel een eekhoorntje rond op een boom. De dame kon wel eten maken, maar de groep kwam eerst en we zouden een paar uur moeten wachten. Dat werd hem dus niet, want het was al tegen 13.00 uur. Nog een praatje gemaakt met Joop die hier al 18 jaar zit en alles zelf gebouwd heeft. Weer onderweg begon Lai te mopperen dat hij te laat was voor het gebed in de moskee, kwamen we bij Roadblock nummer zoveel waar Lai weer alle papieren moest laten zien, de auto uit, de sticker op de voorruit, die ook nog onder donker doorschijnend plastic zat, er afhalen, alles in orde! Alles weer opruimen en doorrijden. Hij baalt van al die roadblocks. Ruud zag vorige week een politie fuik bij Riyan voor de deur en er stonden wel acht auto’s aan de kant, taxi’s en privé auto’s van Gambianen en Europeanen. Onderweg besloten we om naar Lamin Lodge te gaan, we hadden de taxi nu toch. Na de afslag erheen kwamen we op een super slechte zandweg, die meer hobbels had dan we ooit hadden meegemaakt. Het leek wel of we op een boot zaten. Eenmaal bij de Lodge werden we direct aangesproken door de manager van de boten, die een uur een stukje de rivier op gaan voor 700 Dalasi. Daarna mag je naar Lamin Lodge en gratis foto’s maken, zo vertelde hij. Overal lagen bergen mosselschelpen, maar er werden helaas geen mosselen binnengebracht vandaag. Over een lange houten brug liepen we tussen de mangrove door naar de Lodge dat een restaurant is. De apen liepen er vrij rond en je moest goed op je spullen passen. Een man begon muziek te maken als hij mensen hoorde aankomen. Het eten was prima en om 15.00 uur waren we weer thuis en doken meteen het zwembad in. Van Nancy hebben we gehoord dat ze de Baby Class nog niet voldoende heeft kunnen voorbereiden, we er niet echt goed aan de slag kunnen gaan, er dus te weinig te doen is voor ons op dit moment. Het heeft geen zin om daar nu heen te gaan! Mark kon de tickets gelukkig annuleren en we kijken wel wanneer we dan wel kunnen gaan, maar dat hangt ook af van onze eigen plannen! Thuis zijn zal weer moeten wennen en we zullen de warmte missen. We verheugen ons om fotoboeken te gaan maken en alles nog eens te beleven. De verhuizing van Martine komt dichterbij, misschien kunnen we daarvoor al het een ander voorbereiden en Ruud kan weer lekker gaan boulen.

Foto’s